Exponenten delen

Hoe exponenten te verdelen.

Exponenten delen met dezelfde basis

Voor exponenten met dezelfde basis, moeten we de exponenten aftrekken:

a n / a m = a nm

Voorbeeld:

2 6 /2 3 = 2 6-3 = 2 3 = 8 = 2⋅2⋅2

Exponenten delen met verschillende bases

Als de bases verschillend zijn en de exponenten van a en b hetzelfde zijn, kunnen we a en b eerst delen:

een n / b n = ( a / b ) n

Voorbeeld:

6 3 /2 3 = (6/2) 3 = 3 3 = = 27 3⋅3⋅3

 

Als de bases en de exponenten verschillend zijn, moeten we elke exponent berekenen en vervolgens delen:

een n / b m

Voorbeeld:

6 2 /3 3 = 36/27 = 1,333

Negatieve exponenten delen

Voor exponenten met dezelfde basis kunnen we de exponenten aftrekken:

a -n / a -m = a -n- ( -m ) = a m-n

Voorbeeld:

2 - 3 /2 - 5 = 2 5 - 3 = 2 2 = 4 = 2⋅2

 

Als de bases verschillend zijn en de exponenten van a en b hetzelfde zijn, kunnen we eerst a en b vermenigvuldigen:

a -n / b -n = ( a / b ) -n = 1 / ( a / b ) n = ( b / a ) n

Voorbeeld:

3 - 2 /4 - 2 = (03/04) 2 = 1,7778

 

Als de bases en de exponenten verschillend zijn, moeten we elke exponent berekenen en vervolgens delen:

een - n / b - m = b m / een n

Voorbeeld:

3 - 2 /4 - 3 = 4 3 /3 2 = 64/9 = 7,111

Breuken delen met exponenten

Breuken delen met exponenten met dezelfde breukbasis:

( a / b ) n / ( a / b ) m = ( a / b ) nm

Voorbeeld:

(4/3) 3 / (4/3) 2 = (4/3) 3-2 = (4/3) 1 = 4/3 = 1,333

 

Breuken delen met exponenten met dezelfde exponent:

( a / b ) n / ( c / d ) n = (( a / b ) / ( c / d )) n = (( a⋅d / b⋅c )) n

Voorbeeld:

(4/3) 3 / (3/5) 3 = ((4/3) / (3/5)) 3 = ((4⋅5) / (3⋅3)) 3 = (20/9) 3 = 10,97

 

Breuken delen met exponenten met verschillende basen en exponenten:

( a / b ) n / ( c / d ) m

Voorbeeld:

(4/3) 3 / (1/2) 2 = 2,37 / 0,25 = 9,481

Gedeelde exponenten

Breukende exponenten delen met dezelfde fractionele exponent:

een n / m / b n / m = ( a / b ) n / m

Voorbeeld:

3 3/2 / 2 3/2 = (3/2) 3/2 = 1,5 3/2 = ( 1,5 3 ) = 3,375 = 1,837

 

Breukende exponenten met dezelfde basis delen:

een n / m / a k / j = een ( n / m) - (k / j)

Voorbeeld:

2 3/2 / 2 4/3 = 2 ( 3/2) - ( 4/3) = 2 (1/6) = 6 2 = 1,122

 

Breukende exponenten delen door verschillende exponenten en breuken:

een n / m / b k / j

Voorbeeld:

2 3/2 / 2 4/3 = (2 3 ) / 3 (2 4 ) = 2.828 / 2.52 = 1.1222

Variabelen delen door exponenten

Voor exponenten met dezelfde basis kunnen we de exponenten aftrekken:

x n / x m = x n-m

Voorbeeld:

x 5 / x 3 = ( x⋅x⋅x⋅x⋅x ) / ( x⋅x⋅x ) = x 5-3 = x 2

 


Zie ook

Advertising

EXPONENTEN
SNELLE TABELLEN